Ik ga de weg, tot aan het water,
misschien moet ik er dwars doorheen,
de tijd ebt weg, het wordt steeds later,
ik ga op weg, maar niet alleen.
 
Want zie, de lucht, die lijkt beschreven,
-met kroontjespen en witte inkt-
een visioen van eeuwig leven,
ik ga Zijn weg die toekomst vindt.