Zwijgend roepen
in de ruimte,
binnenvallend
in de zin,
zonder woorden
en gebaren,
sprakeloos
er middenin.


Roepend zwijgen
in de nachten,
tandenknarsend
hoofd omhoog,
overstijgend
eigen waarde,
buigend voor
wat Hem bewoog.


Schreeuwend vragen
aan de Vader,
van het hoe
en het waarom,
onbeantwoord
zijn mijn vragen,
Hij geeft terug
Waar het begon.

Vragend roepen,
zwijgend schreeuwen,
antwoordt Hij
Die alles schiep,
ongekend
de talen sprekend,
weet ik nu
dat Hij mij riep.