Vandaag neem ik mijzelf eens mee,
van hier naar het begin,
zo jong, toch oud, zag ik de zee,
vol van herinnering. 
 
De dagen drijven in getij,
van water, eb en vloed,
gedachten overromp’len mij
op ‘t strand van mijn gemoed.
 
Verdriet ging niet mijn deur voorbij,
door golven overspoeld,
verdrijft de tijd de ergste pijn,
alleen de deining wordt gevoeld.
 
Er is geen gisteren of vandaag,
alleen oneindigheid,
Ik ben een druppel die heel traag,
mijn rimpeling verspreidt. 
 
Het einde van het oude jaar,
brengt ‘t nieuwe jaar naar voren,
in ‘t zeegeruis, helder en klaar
is eeuwigheid te horen.